OMGAAN MET VERWIJTEN
Blz. 1 – 4
Onze kinderen, echtgenoten,
ouders, collega's en buren vinden dat wij niet helemaal zijn zoals wij zouden
moeten zijn. Wij vormen voor hen een dagelijkse bron van ergernis. Hun ergernis
klinkt in de verwijten die zij ons openlijk toesturen, in de verwijten die zich
verschuilen achter de zeurende zinnetjes waarmee zij ons en onze vragen
afschepen of in de verwijtende stiltes die er soms tussen ons en hen blijven
hangen. Wat doen wij met deze verwijten? Overgaan tot de orde van de dag? Doen
alsof onze neus bloedt? De kunst van Oost-Indische doofheid steeds volmaakter
beoefenen? Hun verwijten en vervelend gezeur proberen weg te meppen met tegen-verwijten? Slaan? De kwaaiige sfeer kan dan als een
spiraal zichzelf steeds verder opneuken tot alles uit de hand loopt. Maar
hiermee verliezen wij elkaar en belanden we in wrokkige alleen-heid.
Onze kinderen, echtgenoten, ouders, collega's en buren zijn ook niet
zoals wij vinden dat ze zouden moeten zijn. Daarmee leveren ze ons dagelijks
het materiaal tot ergernis. Wat doen wij met dit gegeven en met deze ergernis?
De ogen sluiten voor wat zich voor onze ogen afspeelt? De ergernis dapper
doorslikken die dan blijft branden in de maagstreek en die ons lijf
verzuurt? Diep zuchten en proberen om er
maar niet verder over na te denken? Het verwijt blijft dan wel 'hangen'.
..
Wat doe je met de verwijten
die je naar iemand hebt? En met de verwijten van anderen die op je afkomen?
Hierover gaat deze ervaring eveneens via een onderzoeksmodelletje.
Oefening
1: 'Omgaan met verwijten die op je afkomen'
Eerste
stap
Maak een lijstje met drie verwijten die je de
laatste tijd wel eens te horen krijgt. Dingen die 'men' je (terecht of
ten onrechte) verwijt.
Verwoord de verwijten helder en duidelijk met
toevoegingen van de
pikante details en de emotionele lading die de 'zenders' van het verwijt
daarbij hebben.
Neem een
verwijt uit dit lijstje om daarmee in deze oefening aan de slag te gaan.
Kies een
'stand-in' (groepsgenoot of vriend) om jou dit verwijt nu 'toe te dienen',
zodat we het kunnen onderzoeken.
Tweede
stap: Het onderzoek
Voor dit
kleine onderzoek moet je jezelf drie keer (telkens op een andere manier)
programmeren, terwijl de stand-in je het jou bekende verwijt maakt.
1.
Slikken
Neem het verwijt. Slik het. Geef de
'zender' feitelijk gelijk of doe alsof je hem gelijk geeft. Ga niet in de verdediging. Voeg je.
Behartig de 'lieve vrede'. En omzei! elke mogelijke ruzie. Doe dat op een voor
jou bekende manier. Schrijf daarna op, na enkele ogenblikken stilte, wat je
hierbij ervaart in je lijf en welke gedachten in je opkomen.
2.
Ga in de verdediging
Pik het niet. Sla
terug met andere verwijten. Laat de ander maar eens naar zichzelf
kijken. Wat denkt ie wel Hij of zij is zelf wat zij of hij zegt En nog veel erger! En dat na alles wat je voor hem of haar in huis had!
Schrijf, na enkele
ogenblikken stilte, op wat je hierbij ervaart in je lijf en welke
gedachten hierbij in je opkomen.
3.
Het verwijt opsplitsen
Noem hetzelfde
verwijt en leg het als het ware voor je neer om het te onderzoeken. Niet
te dicht bij. Kijk ernaar en doe er achtereenvolgens twee dingen
mee:
a. Geef aan wat je van dit verwijt
in je eigen zak wilt steken Probeer
even als het ware in de schoenen te staan van degene die jou wat verwijt en
vanuit die plaats naar het verwijt te kijken.Ga weer in je eigen schoenen staan en geef aan wat je van dit verwijt in je eigen zak wilt steken: de grond van
waarheid die er ook in zit. Hoe
vervelend dit ook zij, 'ergens' hebben degenen die ons verwijten maken ook gelijk. Voor een stukje. Hoe minimaal
ook. Op de ene of de andere manier hebben wij (te goeder trouw misschien) gezorgd voor de aanleiding tot
dit verwijt.
'Iets hiervan wil ik toegeven,
namelijk:. . .' of: 'Ja, je hebt gelijk.Namelijk voor het stuk:. . .'
b. Geef aan wat je van dit verwijt
niet wilt houden.
Stel je grens. Tot zover. Zeg duidelijk welk
stuk je niet voor je rekening wilt nemen. Wat
je niet - of nog niet - accepteert (terecht
of ten onrechte, dat is niet belangrijk).
Dit betekent dat je - voor
een stuk - zult blijven doen wat je verweten wordt. Bijvoorbeeld:
Je man verwijt je dat je te autoritair bent geworden. Daar is 'iets' van waar
(omdat je met het naar voren brengen van je eigen mening, vanuit
allerlei onzekerheden, nog erg in de verdediging zit); dat kortaffe
gesnauw van je, daar kun je beter mee ophouden. Maar er zit iets
in dat je niet kwijt wilt. Namelijk: dat je fel en stevig voor je
eigen mening wilt blijven opkomen.
Schrijf, na enkele ogenblikken
stilte, op wat je hierbij in je lijf ervaart. Welke houding je
lijf na deze derde programmering spontaan heeft aangenomen. En
welke gedachten hierbij in je opkomen:
Derde stap:
De behoefte achter het verwijt
Zoek, samen
met de stand-in en eventueel met de aanwezige groep, naar de behoefte die er
verborgen zou kunnen zitten achter het verwijt.
Het is
namelijk zo dat de verwijten die mensen ons maken slechts de onaangename
verpakking zijn van iets wat ze eigenlijk van ons zouden willen. Wanneer ze al
van tevoren denken dat hun vraag toch niet serieus genomen zal worden of
wanneer, om één of andere reden,
hun vraag henzelf in verlegenheid brengt, wordt de vraag vertaald in verwijten. (Wanneer
de zender van het verwijt zelf
aanwezig is, kunnen we hem of haar daar naar vragen. Maar dat komt uitdrukkelijker aan de orde
in oefening II, hieronder.)
Oefening
II:
'Onderzoek rond de verwijten die je zelf
maakt'
Vooraf
Soms blijven we zitten met onze verwijten. Omdat
men (de partner, de kinderen, de buren,.. .) ze niet wil of niet kan horen.
Misschien is het ook wel moeilijk om ze te
horen door de manier waarop wij ze
naar voren brengen? En wanneer het verwijt dan niet geaccepteerd wordt of wanneer de bestemmeling het
er gewoon heel moeilijk mee heeft, dan zijn wij geneigd om luider te
gaan schreeuwen, er nog meer kracht bij te zetten, er scheldwoorden aan toe te
voegen, het verwijt steeds scherper en groter te maken. . . omdat wij verdomme gehoord willen worden! Om gehoord te worden gaan wij er dan allerlei
kwetsende dingen aan toevoegen en
het verwijt uitbreiden tot het héle bestaan: 'Jij.. . ALTIJD. . . en
NOOIT zul je eens.. . Nee! Dat heb je gewoon niet in huis!' Enzovoort.
Zo hard schreeuwen lucht soms
even op, maar daarmee is nog niet alles in orde. En meestal
is het zo dat al ons geschreeuw niet als gevolg heeft dat we meer,
maar juist dat we minder gehoord worden.
Daarbij komt dat we, door het
verwijt zo op te fokken en op te blazen en tot iets absoluuts te maken en
literair te versieren met scheldproza en kwetsende uitspraken,
steeds meer het contact en zelfs de relatie met de partner of
collega in de waagschaal leggen en daarmee hem of haar
kunnen kwijtraken, wat we, alles samen genomen, niet écht willen. .
.
Eerste
stap: Het verwijt helder krijgen
Kies een maatje uit dat je
in vertrouwen wilt nemen. Praat met deze persoon over je verwijten
tegen x (of tegen x + y). Probeer de kern van het verwijt te pakken
te krijgen en laat je daarbij helpen. Wanneer het maatje het verwijt goed
begrepen heeft en het in één kort zinnetje kan samenvatten, los van de
bijkomstigheden, van de emotionele superlatieven en van de literaire
inkleding, kunnen we over naar de tweede stap.
Tweede
stap: In hoeverre ben ik zélf de geadresseerde?
a.
Heb je ditzelfde verwijtvaker?
Misschien heb je ditzelfde verwijt niet alleen tegen x en y,
maar
misschien zelfs tegen meer mensen (misschien alleen maar in
stilte). Duik eens in je herinnering en maak een lijstje van
vroegere
'begunstigden' van dit zelfde verwijt: , ,
b. Is dit verwijt iets
wat je jezelf ook wel eens verwijt?
Als wij het moeilijk
hebben met mensen en- hun iets verwijten, dan is dat meestal omdat ze
als het ware spiegels zijn van een minder- of niet-geaccepteerde kant van onszelf.
Van iets wat wél in ons zit, maar waarover we
het liever niet hebben omdat we het
onszelf verwijten. Vandaar de uitdrukking: 'Wat je (van een ander) zegt dat ben je zelf (een beetje)'.
Derde
stap: De verborgen vraag opsporen
a. In ieder verwijt zit ook een
vraag.
Die vraag is er omdat
we x of y voor iets nodig hebben. Misschien is het een delicate vraag,
misschien een onmogelijke vraag.
We proberen er, met de
hulp van ons maatje, achter te komen
wat de vraag is.
De niet-uitgesproken vraag is: '.............................................. '
b. Vertaal deze vraag in ik-termen.
Dat wil zeggen:
formuleer de ik-termen als waaraan jij behoefte hebt
en niet als iets waarvan je vindt dat de ander het zou moeten
doen of geven of zijn. Haal dus het eisende uit de vraag en vertel
in de plaats daarvan wat je zelf nodig hebt. Dus niet: 'Ik wil
dat hij. . . of dat zij. . .', maar: 'Ik heb er behoefte aan dat
ik. . .' (Als het ons niet lukt om de
vraag zó te vertalen, dan zullen we daarin ook ontdekken welke oude
gevoeligheden en normen in ons verwijt meespeelden.)
Vierde stap (Alleen wanneer we de relatie met
de persoon in kwestie willen verbeteren)
- Ga
de ontdekkingen uit de tweede en de derde stap zoveel
mogelijk delen met degene met wie je overhoop ligt.
- Enkele
raadgevingen bij dit gesprek: Probeer niet alle macht bij
jezelf te houden. Heb ook aandacht voor het standpunt van de
ander.
Probeer niet het topje van de ijsberg te presenteren, maar
kom met het échte verwijt. Vertel ook je
gevoelens en Iaat ze
zien.
Uit:
Liever leren dan afleren Bruno-Paul de Roeck en Joos van de Abeele Uitg. De Toorts,
Haarlem
Huiswerkopdrachten bij Omgaan met
Conflicten
-ga voor jezelf na
welke stijlen van conflict hantering jij gebruikt in welke situaties,
beschrijf diverse situaties en de daarbij
gebruikte stijlen;
Situatie 1
Stijl1
Situatie 2
Stijl2
Situatie3
Stijl3
-Beschrijf een situatie uit
verleden waar jou manier effectief was
- en een situatie met stijl,
waar je ontevreden over was.
·
Huiswerkopdracht (Bestaand -
Conflict)
Beschrijf een situatie die voor jou een conflict was en eigenlijk nog
is.
Alleen maar de situatie beschrijven. Waar gaat het om en wie hebben
ermee te maken en waarom het voor jou een conflict is.
Beschrijving van de situatie
Wie hebben er mee te maken?
Waarom is het voor jou een conflict?