Werken met plezier

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kernkwaliteiten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kernkwaliteiten                                                        blz. 1 -  16

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SOCIAAL

 

                                      MANAGEMENT


Kernkwaliteiten

Kernkwaliteit

Kernkwaliteiten zijn eigenschappen die tot het wezen (de kern)van een persoon behoren. De kernkwaliteit kleurt de mens. Een kernkwaliteit is te herkennen aan iemands bijzondere kwaliteit waarover hijzelf zegt: 'Dat kan toch iedereen. Het onderscheid tussen kwaliteiten en vaardigheden is dat kwaliteiten van binnenuit komen en vaardigheden van buitenaf aangeleerd zijn. Vaardigheden zijn dus aan te leren, kwaliteiten kun je ontwikkelen. Hoe duidelijker het beeld dat we van onze kernkwaliteiten hebben, des te bewuster kunnen we die laten dóórstralen in het werk.

 

Kernkwaliteit en valkuil

De schaduwkant van de kernkwaliteit wordt ook wel vervorming genoemd. Die vervorming is wat een kernkwaliteit wordt als het te ver doorschiet. Zo kan een kernkwaliteit 'behulpzaamheid' doorschieten in 'bemoeizucht'. Dan wordt de kracht van iemand zijn zwakte of te wel 'te veel van het goede'. De valkuil is datgene wat de betreffende persoon regelmatig als 'label' opgeplakt krijgt, waarvan iemand van anderen te horen krijgt in de zin van 'wees niet zo .....'

Als je achter de vervormingen de kernkwaliteiten leert zien, wordt het mogelijk 'door vervelend gedrag heen te kijken'. Het is belangrijk mensen met hun vervormingen te confronteren vanuit een positieve houding tegenover de persoon als geheel. De confrontatie is alleen zinvol als die zich richt op het gedrag. Iemand is als persoon nooit drammerig, gemakzuchtig of klef. Door de persoon en gedrag los van elkaar te zien, laat de kernkwaliteit achter iemands negatieve gedrag zich makkelijker vinden. Als bij degene die confronteert niet de wens aanwezig is de kernkwaliteiten van de ander te leren kennen of te bevestigen, dan zal de confrontatie doorgaans weinig effectief zijn en averechts werken, omdat de confrontatie dan tegen de relatie gericht is en niet voor de relatie is.

 

Kernkwaliteit en uitdaging

De uitdaging is de positief tegenovergestelde kwaliteit van de valkuil. De kernkwaliteit en de uitdaging zijn elkaars aanvullende kwaliteiten. Waar het om gaat is de balans te vinden tussen daadkracht en geduld. Balans aanbrengen betekent in termen van

 'en - en '  niet  'of - of'.  De kunst is om zowel daadkrachtig als geduldig te zijn.

 

Kernkwaliteit en allergie

Uit iemands kernkwaliteit is vaak af te leiden waar de potentiële conflicten met zijn omgeving te verwachten zijn. Die hebben dan vaak te maken met zijn uitdaging. De doorsnee-mens blijkt allergisch te zijn voor een teveel van zijn uitdaging, vooral als hij die in een ander verpersoonlijkt ziet. Hoe meer men in een ander met zijn eigen allergie geconfronteerd wordt, des te groter is de kans dat men in zijn valkuil terechtkomt. De persoon met de 'daadkracht' loopt dan het risico nog harder te gaan drammen, terwijl hij de ander verwijt passief te zijn. Zo kan een vicieuze cirkel ontstaan, waar zonder hulp van een derde moeilijk meer uit te komen is. Beide personen lopen het risico op elkaar in te haken en in een uitzichtloos conflict terecht te komen. Met andere woorden, als men zijn allergie in een ander tegenkomt, ligt de valkuil op de loer. Dus wat iemand het meest kwetsbaar maakt is niet zijn valkuil, maar zijn allergie, want het is vooral de allergie die iemand in zijn valkuil drijft. Minachting is kenmerkend voor situaties waarin men geconfronteerd wordt met zijn allergie.

 

Minachting hebben voor iemand maakt je zelf dan ook kwetsbaar omdat je voor je het weet in je valkuil schiet en niet meer effectief bent. Waar men allergisch voor is bij een ander, is waarschijnlijk te veel van iets goeds dat men zelf juist het meeste nodig heeft. Dus iemand kan het meest over zichzelf leren van diegenen waar hij het moeilijkst mee om kan gaan.

Wanneer 'soortgenoten', individuen met dezelfde kernkwaliteit, elkaar tegenkomen gebeurt er iets anders. Wat de soortgenoten betreft, het is voorstelbaar dat twee vastberaden types het niet zonder meer gemakkelijk hebben met elkaar. Het risico is aanwezig dat het uitdraait op een strijd tussen twee stijfkoppen waarbij de aanhouder wint. Hoe moeilijk het vaak ook is met een soortgenoot om te gaan, de betrokkenen hebben doorgaans wel respect voor elkaar.

 

Werken met kernkwaliteiten

Voor alle gebieden waarop je kwaliteiten toe kunt passen is het van belang zelfkennis te hebben. Als hulpmiddel hiervoor kun je jezelf de volgende vragen stellen en zo een kernkwadrant maken.

 

1. kernkwaliteit: Welke eigenschap behoort bij het wezen van jouw persoon

                            Of: ga naar een belangrijke gebeurtenis in je leven (scheiding, sterfgeval) en bedenk welke kwaliteiten je toen hebt ingezet. Dat is je latente kwaliteit.

2. valkuil:             welk verwijt krijg je nogal eens te horen in de zin van: 'wees niet zo .....'

                            Bedenk een negatieve eigenschap van jezelf en formuleer de positieve kant ervan. Het gaat erom dat je herkent welke kwaliteit je hebt omgevormd tot iets negatiefs. Klaag je b_v. veel dan hout dat eigenlijk in dat je kritisch bent. Overbezorgd zijn betekent in positieve zin aandacht hebben voor een ander.

3. uitdaging:       Wat bewonder je in anderen? Dat is vaak latent in jou aanwezig.

4. allergie:          voor welk gedrag ben je allergisch?

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat anderen in

mij waarderen

 

Wat ik bij anderen vanzelfsprekend verwacht

 

Wat ik in anderen bereid ben door de vingers te zien

 

Wat anderen mij verwijten

 
 

 

 

 

 

 

 

 


       kernkwaliteit                                    teveel van                                       valkuil

 


Toewijding

 

Wat ik in

mezelf gewoon vind

 

Fana

tisme

 
                                                                   het goede

 

 

 

 

 

 


                                   

    positief                    tegenover                                               positief            tegenover

                                     gestelde                                                                          gestelde

Wat ik in

mezelf mis

 

Wat ik in

mezelf zou verafschuwen

 

Laisser Faire

 

Relati

visme

 
                                                                                      

 

 

 

 

 

 

                                                                   teveel van

 


Wat anderen mij

toewensen

 

Wat ik in anderen bewonder

 

Wat anderen mij aanraden te relativeren

 

Wat ik in anderen minacht

 
                allergie                                     het goede                                        uitdaging

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bovenstaand schema geeft weer hoe de vier eigenschappen in de vier  kernkwadranten

in algemene termen beschreven kunnen worden.

 

 

 


De dubbelkwadranten

 

Kernkwadranten lenen zich bij uitstek voor een stukje zelfonderzoek, allergie voor ander is goed bruikbaar.. Stel je ergert je mateloos aan iemand die je te rommelig vindt. Je herkent daarin je eigen allergische reactie en besluit eerst te onderzoeken wat dit over jezelf zegt. Uitgaande van deze allergie maak je een kernkwadrant van jezelf.

 

 Het dubbelkwadrant: ik

 

IK

 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


                 DE ANDER

 

 

Als je je hierin duidelijk herkent en tot de conclusie komt dat je irritatie op zijn minst evenveel over jezelf zegt als over de ander, zou die bewustwording ertoe kunnen leiden dat je je minder gaat ergeren aan die ander. Je gebruikt het voorval op deze manier om jezelf beter te leren kennen.

Het kan echter ook zijn dat je tot de conclusie komt dat het weliswaar iets voer jezelf zegt, maar je tevens die ander in en tweegesprek wilt aanspreken over diens bijdrage aan de gespannen verhouding.

In dat geval maak je een tweede kernkwadrant waarbij je ervan uitgaat dat het gedrag waarop je de ander wil aanspreken over diens bijdrage aan de gespannen verhouding.

In dat geval maak je een tweede kernkwadrant waarbij je er van uitgaat dat het gedrag waarop hij de ander wil aanspreken diens valkuil is.

 

 

 

Het dubbelkwadrant: de ander

Rigidi

teit

 

Buigzaam

heid

 

                                                                                                           IK

 

 

 

 

 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DE

ANDER

 
 

 

 


                

 

 

Dit kwadrant kan natuurlijk het spiegelbeeld van je eigen kernkwadrant zijn.

Dan zou je eigen uitdaging de kernkwaliteit van de ander zijn en vice versa.

Dat hoeft echter niet per se het geval te zijn, omdat uit één kwaliteit immers meerder kwadranten gemaakt kunnen worden.

Die vertonen dan onderling vooral nuanceverschillen, maar dat doet niets af aan hun waarde of relevantie. Wanneer beide kwadranten worden gecombineerd, dan ontstaat een zogenoemd dubbelkwadrant.

Dit dubbelkwadrant beschrijft de interactie tussen twee individuen op basis van hun valkuilen en allergieën. Wanneer je uit het hiervoor beschreven voorbeeld het contact met jezelf verliest, loop je een redelijk risico tijdens het gesprek in je valkuil te stappen en star te worden.

Dit wordt door de ander geïnterpreteerd als rigiditeit (zijn allergie) waardoor hij op zijn beurt doorschiet in een rommelig zijn.

Jij ziet de ander dan weer volop in je allergie staan, doet er nog een schepje bovenop in starheid en het 'gesprek' escaleert.

 

 

 

 

 

 

 

Het dubbelkwadrant compleet

IK

 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DE

ANDER

 

 
 

 


                 

 

 

Ook hier geldt: verander de wereld begin bij jezelf

 

Je helpt jezelf het meest als je bij jezelf standvastigheid en flexibiliteit bij elkaar weet te brengen.

 

Kernkwaliteiten bij Stress

 

In een kernkwadrant wordt ook zichtbaar hoe een persoon geneigd is op stress of onder druk te reageren. In eerste instantie zal de druk of spanning ertoe leiden dat hij vaker teveel van het goede naar buiten zal brengen, met andere woorden in zijn valkuil zal schieten. Wordt de druk nog groter, dan zal hij in extreme gevallen de neiging hebben (plotseling) in zijn allergie te schieten en deze uit te gaan leven.

Dat zijn van die momenten waarop de omgeving iemand niet meer herkent. Het gedrag dat hij of zij dan vertoont is voor de omgeving zo ongewoon dat er onbegrip ontstaat.

Iemand die `normaal` gesproken juist heel moedig is, een grote besluitvaardigheid heeft en door de omgeving als energiek ervaren wordt zal in eerste instantie iets te moedig worden en zich vervolgens onder hoge stress aarzelend en besluiteloos gaan gedragen. Wanneer dit soort verschijnselen zich gaan voordoen is het tijd voor een `time out`, anders ligt een crisis in het verschiet

Tip

 

Bij het maken van een kernkwadrant gebeurt het wel eens dat men er niet uitkomt, dat er iets kroms ontstaat dat logisch niet klopt. Meestal is dat het gevolg van een denkfout die mensen begaan wanneer ze in plaats van de naam voor de valkuil, het effect van de valkuil beschrijven. Toewijding wordt dan zoiets als egoïsme. omdat ze zien dat iemand die te toegewijd is (=fanatiek) wel eens de neiging heeft  zich af te sluiten en alleen aan zichzelf te denken. Egoïsme is daarmee geen valkuil, maar het effect van de valkuil.

De uitdaging wordt dan benoemd als hulpvaardigheid en de allergie lukt dan niet meer of wordt zoiets als ‘opoffering’, hetgeen niet meer .k1opt als allergie bij toewijding, want toegewijde mensen kunnen zich soms juist heel goed opofferen.

Kortom, het klopt niet meer. Zo’n kwadrant zou je een torsiekwadrant kunnen noemen. , omdat er iets kroms of. verdraaids in zit. Voor sommigen is het onderscheid tussen het woord voor te veel van iets’ en ‘het effect daarvan’ moeilijk te maken en dan krijgen ze het kwadrant niet rond.

 

 

kernkwaliteiten vanuit de organisatie bezien

 

In een organisatie kan het belangrijk zijn op een afdeling diverse kernkwaliteiten aanvullend op elkaar over verschillende mensen verdeeld te hebben.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Zes onderscheiden persoonlijke kwaliteiten wat betreft de samenstelling van een  team

 

Dit model onderscheidt zes soorten teambijdragen. Deze zijn in paren gegroepeerd op drie assen (zie figuur), met in het midden een zevende kwaliteit, die van de integrator.

-    Een tijd-as: twee bijdragen gericht op het verleden of de gewenste toekomst ('conservator' en 'inspirator')

-    Een mens-as: bijdragen in het stimuleren van mensen. De 'ondernemer' doet dat echt op een heel andere manier van de 'ondersteuner'.

-    Een ruimte-as: bijdragen vanuit hoofd of handen ('denker' en 'practicus')

 

Ieder mens heeft een combinatie van deze kwaliteiten in zich. De ene overheerst, de andere is slechts zwak aanwezig of blijft onderbelicht.

 

De verschillende bijdragen worden hieronder beschreven.

 

1. Inspirator

Creatief, brengt steeds nieuwe ideeën, waarvan ook veel wilde ideeën.

Weet snel de essentie te pakken.

Veel gebruikte zin: "Mensen, waar het om gaat is ....."

Is op de toekomst gericht. Is enthousiast over de vele mogelijkheden.

In zijn vervorming leidt dit tot een chaos.

 

2. Conservator

Wil feiten weten, maakt verslagen.

Komt terug op eerder gemaakte afspraken.

Is altijd goed voorbereid.

In zijn vervorming: niet veranderingsgezind, houdt nieuwe dingen tegen.

 

3. Denker

Analyseert en onderzoekt. Is goed in staat een gesprek samen te vatten.

Pakt niet zozeer de essentie uit een verhaal, maar is zeer waarheidsgetrouw.

Woorden die gebruikt wor­den: "dat is niet logisch" (het moet allemaal kloppen).

Is in zijn vervorming gefixeerd door details, weet nooit genoeg om tot daden over te gaan. Te afstandelijk, te abstracte denkverhalen.

Communi­ceert alleen met het hoofd en niet met het hart.

 

4. Practicus

Is zeer daadkrachtig. "Laten we het gewoon doen".

Doet beroep op zijn ervaring, is vindingrijk, vindt praktische oplossingen voor wat er moet gebeuren. Kan met 1000 en 1 ding tegelijk bezig zijn.

Veel gevoel voor humor, kan goed mobiliseren.

In zijn vervorming: slordige bureaus, heeft nooit tijd, stelt uit tot er een chaos is ontstaan.

 

5. Ondernemer

Wil werken van punt A naar B (de directe weg).

Regelt, organiseert, onder­neemt met veel daadkracht.

Kan enthousiasmeren via werk. Is direct, con­fronterend.

In zijn vervorming wordt hij drammerig, ongeduldig, wordt de 'projectbeul'.

Let niet meer op het werkklimaat.

6. Ondersteuner

Is gevoelig voor processen, klimaat. Werkt vaak verbindend in groepen.

Voelt feilloos aan dat er iets gebeurt is.

In zijn vervorming kan dit leiden tot betuttelen, bemoeien of tot passivi­teit.

De sfeergevoeligheid kan leiden tot piekeren.

 

De zes  kwaliteiten

 

1. inspirator                         2. conservator

3. denker                            4   practicus

5. ondernemer                   6. ondersteuner

.

De oneven kwaliteiten in de eerste rij, staan voor energie.gericht op ontvankelijkheid, daar ligt het accent op harmonie.

 

De even kwaliteiten in de tweede rij, staan voor energie die naar buiten is gericht, met de nadruk op prestaties

.

Als je als persoon effectief wilt functioneren moeten die twee energieën in balans zijn.

 

Wanneer in een team de ondernemende kwaliteit overheerst kunnen er machts­conflicten ontstaan.

 

Wanneer de ondersteunende kwaliteit overheerst dan kan er een naar binnen gekeerd proces ontstaan.

 

Wanneer deze kwaliteit ondervertegenwoordigd is dan kan een team koud en kil worden.

 

Wanneer een praktische kwaliteit overheerst dan wordt er veel gedaan, maar de samenhang tussen de activiteiten is zoek. Men hobbelt meer met wat er op dat moment gebeurt.



Overzicht van kwaliteiten

 

1.ambitieus

2.avontuurlijk

3.behulpzaam

4.belangstellend

5.bemiddelaar

6.bescheiden

7.betrouwbaar

8.consequent

9.creatief

10.doelgericht

11.doorzetter

12.duidelijk

13.eenvoudig

14.eerlijk

15.enthousiast

16.evenwichtig

17.flexibel

18.geduldig

19.gedisciplineerd

20.gemoedelijk

21.genieter

22.gevoelig

23.gul

24.handig

25.humoristisch

26.idealistisch

27.initiatiefrijk

28.inspirerend

29.intelligent

30.ijverig

31.relativerend

32.krachtig

33.levendig

34.liefdevol

35.makkelijke prater

36.meelevend

37.mild

28.moedig

39.nieuwsgierig

40.nuchter

41.ordelijk

42.organisator

43.open

44.oplettend

45.praktisch

 

 

 

46.respectvol

47.rustig

48.serieus

49.smaakvol

50.speels

51.spontaan

52.tactvol

53.tevreden

54.toegewijd

55.vasthoudend

56.veelzijdig

57.verantwoordelijk

58.verdraagzaam

59.vredelievend

60.vriendelijk

61.vrolijk

62.weerbaar

63.weet te overtuigen

64.weet te onderscheiden

65.wijs

66.zelfstandig

67.zelfverzekerd

68.ziet verbanden

69.zorgzaam

70.zorgvuldig.


Overzicht van vervormingen

 

1.aarzelend

2.agressief

3.angstig

4.arrogant

5.bazig

6.bemoeizuchtig

7.bevooroordeeld

8.bot

9.brutaal

10.cynisch

11. doet gemaakt

12.doet minachtend

13.doet negatief

14.egoïstisch

15.fanatiek

16.gemeen

17.geremd

18.gesloten

19.hard

20.haatdragend

21.hebberig

22.humeurig

23.jaloers

24.klagerig

25.klef

26.kleurloos

27.koppig

28.kortzichtig

29.krenterig

30.kritisch

31.lichtgeraakt

32.ligt dwars

33.loslippig

34.lui

35.naïef

36.onhandig

37.ongedisciplineerd

38.ongeduldig

39.onredelijk

40.onrustig

41.opschepperig

42.onverdraagzaam

43.onverschillig

44.ontevreden

45.onzelfstandig

46.onvoorzichtig

47.opdringerig

48.oppervlakkig

49.overgevoelig

50.overmoedig

51.overbezorgd

52.pietluttig

53.schijnheilig

54.slijmerig

55.slordig

56.somber

57.star

58.stijf

59.streng

60.stug

61.traag

62.vaag

63.verkwistend

64.verlegen

65.verward

66.waait met alle winden mee

67.wantrouwig

68.weet te misleiden

69.wispelturig

70.zweverig.

 

 


Een practisch voorbeeld uit de praktijk,  geschreven door  Mieke Rimmelzwaan.

 

GOEDE  EN  SLECHTE  EIGENSCHAPPEN  GAAN  HAND  IN  HAND

 

 

Wie heel netjes is kan er vaak niet tegen als een ander dat niet ook is.

Dat de buurman de heg niet knipt wil nog niet zeggen dat hij asociaal is.

 

Iedereen ergert zich wel eens. Dat kun je als lastig ervaren. Maar je kunt er juist ook wat aan hebben. Door te bedenken wat het is dat je zo stoort aan iets of iemand, kun je inzicht krijgen in jezelf en de beweegredenen van anderen beter begrijpen, Aan de hand van het kern-kwadranten-model is dat heel eenvoudig.

 

Wie kent het niet je staat bij de bakker in de rij en zo­dra je aan de beurt bent, schiet een ander naar voren en bestelt een gesneden wit en nog vijftien andere brood­jes. Daar sta je dan met je goede gedrag. Elke dag zijn er wel weer van die dingen waar je je over kunt opwin­den: agressief toeterende automobilisten, de kinderen die hun kamer weer eens niet opruimen, je man die niet ziet wat er in huis moet gebeuren of een schoonzus die haar mond nooit kan houden. Het kan een dagtaak worden je hieraan te ergeren, zeker als je een lage 'prikkelbaarheids-drempel' hebt. Maar het schijnt dat het ergeren aan  alle onhebbelijkheden van anderen vooral ook iets over jezelf zegt. Moet je dan maar overal begrip voor tonen en je voorhouden dat het aan jezelf ligt? "Van ergerlijk gedrag van anderen kun je juist heel veel opsteken en bovendien kun je er veranderingen mee in gang zetten."  "Omdat mensen verschillend zijn, zijn er nu eenmaal irritaties. Hoe groter de verschillen, hoe groter de irritaties, maar des te meer leer momenten er ook zijn. Als je het zo bekijkt, zijn irritaties alleen maar gezond."

"Je kunt ook gewoon altijd blijven kijken welke eigenschap er achter dat zogenaamd irritante gedrag zit. Je kunt het bijvoorbeeld vervelend vinden dat de buurman zijn heg zo lang laat groeien, waardoor de takken telkens tegen je auto zwiepen zodra je er langs rijdt. Maar bekijk het eens vanuit het perspectief van de buurman. Weet hij überhaupt dat je last hebt van die takken? Dat hij er geen aandacht voor heeft, wil nog niet zeggen dat hij asociaal is. Hij staat er gewoon niet bij stil en doet er dus ook niets aan. Misschien blijkt die ergernis waar je last van hebt dan wel helemaal niet te slaan op het aan­tal keren dat de buurman al dan niet de snoeischaar hanteert, maar op je eigen drang naar perfectie. Tja, en misschien deel je die drang naar perfectie inderdaad niet met de buurman. Zijn slor­digheid blijkt iets te zijn waar jij allergisch voor bent. Wie heel netjes is, kan er vaak niet tegen als een ander dat niet is." Dat is goed om te weten. Maar daarmee lig­gen die takken nog niet keurig fijngeknipt in de groen-bak. " Maar een eerste stap om minder last te hebben van ergernissen, is besef­fen wat er aan de hand is. Want het eerste wat mensen doorgaans doen als iets hen niet aanstaat, is bedenken wat een ander allemaal verkeerd doet en hem of haar dat verwijten. Je projecteert dan eigenlijk je eigen irrita­tie op die ander. Zo ziet iemand die ordelijk is veel rom­mel. Dat gaat vanzelf. Net zoals een sociaalvoelend type juist veel hardheid en ellende om zich heen ziet"

Reageer je goed?

Het is goed om iets met die irritaties te doen. Vrouwen houden juist vaak hun mond op momenten dat ze zich ergeren. Maar daar kom je niet veel verder mee. Het voorval van iemand die bij de bakker voordringt, is on­schuldig maar treffend. Je reactie hierop zegt veel over je houding en de manier waarop je over jezelf en over anderen denkt

Een belangrijke vraag is of je daar in die winkel wel re­ageerde zoals je had willen reageren. Ben je een flapuit en had je meteen spijt van de bitse opmerking die je maakte? Of hield je zoals altijd je mond, terwijl je stond te koken van woede en eigenlijk een rake opmerking had willen plaatsen? Op zo'n moment is het ergerlijke misschien niet eens zozeer dat die persoon zich vervelend gedraagt, maar dat jij wordt geconfronteerd met een kant van jezelf waar je eigenlijk niet zo blij mee bent

Bekijk het positief: je kunt namelijk wel iets doen aan die minder prettige kant van jezelf. Een handig hulp­middel daarbij is het kern-kwadranten-model. Door een goede eigenschap van jezelf in te vullen in dit mo­del, kom je er vanzelf achter wat je zwakke plek is. Want goede en slechte eigenschappen gaan altijd sa­men. Zo kan je kwaliteit zijn dat je behulpzaam bent.  Maar zodra je daarin doorschiet, ga je je wellicht te veel met andermans zaken bemoeien.

Je valkuil is dan dus dat je bemoeizuchtig wordt. Zodra je erachter bent wat je kwaliteiten en wat je valkuilen zijn, kun je een uitdaging voor jezelf formuleren: je kunt op zoek gaan het positief - tegenover - gestelde van je valkuil. Dus de behulpzame vrouw die haar neus in alle zaken van een vriendin steekt, kan eens proberen wat afstand te nemen en wat meer aan de vriendin in kwestie over te laten. Het grappige is dat als ze daar weer in doorschiet, ze direct haar allergie te pakken heeft, iets waar ze zich aan ergert. Namelijk on­verschilligheid. En die onverschilligheid, dat is waar­schijnlijk nou net waar ze zich bij anderen zo vreselijk aan ergert.

 

      

                              Kern-kwadranten-model



                                    

                                                               Kernkwaliteit                                                                Valkuil


 


bemoeizucht

 

 

behulpzaamheid

 

 
                                                            te veel van het goede



 


                                                                                                     


                                                            Allergie                positief tegen­overgestelde           Uitdaging

onverschilligheid

 

 

loslaten

 

 

                


 


                                                                                                                       

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

“Waar ik een beetje meer moet organiseren, mag hij wel wat flexibeler zijn””

 

 

Kernkwadranten geven inzicht, probeer het uit.

De beschrijving van de kernkwadranten in dit artikel is ontleend aan het boek Bezieling en kwaliteit in organisaties van David D. Offman, en bewerkt door Ada Krale en Gilles Tak.

 

 

 

 

 

                                                                                                             

 

 


Huiswerkopdracht 

                                                           bij artikel Kernkwaliteiten

 

Huiswerk opdracht:  KernKwadrant Uitwerken

 

·        Bedenk twee kwaliteiten van jezelf

-

-

 

Opdracht

·        Maak van ieder een kernkwadrant die je op papier uitwerkt voor jezelf

 

                            Je kunt beginnen waar je wilt:

 

Als hulpmiddel bij het invullen kun je jezelf de volgende vragen stellen.

 

- kernkwaliteit:    welke eigenschap behoort bij het wezen van jouw persoon

                            (ga naar een belangrijke gebeurtenis in je leven en bedenk welke kwaliteiten je toen hebt ingezet. Dat is je latente kwaliteit.

 

- valkuil:               welk verwijt krijg je nogal eens te horen in de zin van: 'wees niet zo .....'

                           Bedenk een negatieve eigenschap van jezelf en formuleer de positieve kant ervan. Het gaat erom dat je herkent welke kwaliteit je hebt omgevormd tot iets negatiefs. Klaag je bv. veel dan houdt dat eigenlijk in dat je kritisch bent. Overbezorgd zijn betekent in positieve zin aandacht hebben voor een ander.

 

- uitdaging:        wat bewonder je in anderen? (Dat is vaak latent in jou aanwezig).

 

- allergie:            voor welk gedrag ben je allergisch?

 

 

Kernkwaliteiten en hun doel

voor alle gebieden waarop je kwaliteiten toe kunt passen is het behulpzaam en voor jezelf van belang enige zelfkennis te hebben of te ontwikkelen.

 

 

Bron :

 

Het Kernkwaliteiten model is ontwikkeld door  Drs. D. Offman in zijn boek Bezieling en Kwaliteit in organisaties